Bijna perfect op de helft van onze weg naar Nice ligt Beaune. Een ideale plek om na een dag rijden te stoppen en te overnachten. Wij wilden dit jaar graag wat meer tijd doorbrengen in Beaune en kozen er uiteindelijk voor om in 3 dagen te rijden en daardoor mooi op tijd al in Beaune te arriveren. En een groot deel van de dag daar te kunnen zijn en rond te kunnen kijken.
Hotel
Omdat we al vroeg aankwamen, konden we nog niet inchecken in het hotel. Nadat we even geverifieerd hadden of we wel op de juiste plek waren, konden we mooi de auto parkeren op het parkeerterrein.
Na de auto bij het hotel te hebben geparkeerd, wandelden we het centrum van Beaune in. Aangezien wij er al regelmatig geweest waren, vonden we het Hospice al snel. Deze keer viel de rij mee, tov de vorige keer dat we er waren en konden we snel naar binnen.
Hospices de Beaune
Het Hôtel-Dieu is het gebouw dat in 1443 werd gebouwd als armenhospitaal. Het gebouw zelf is kenmerkend voor de Bourgondische bouwstijl uit deze tijd. De buitenkant is simpel met een zwart dak, maar als je op de binnenplaats staat zie je de typische dakbedekking van gebakken aarde bedekt met een laagje emaille. Deze dakpannen hebben 4 kleuren (rood, bruine, geel en groen) en vormen geometrische patronen.
Inmiddels is het gebouw niet meer in gebruik als ziekenhuis, maar is het een museum. Na een korte blik in over de binnenplaats lopen we eerst de grote zaal binnen (Grande salle des Pôvres, de armenzaal). Doordat de zaal geen plafond heeft, maar je helemaal naar de dakspanten kunt kijken doet de zaal aan als een kerk. Zeker als je helemaal naar voren in de zaal naar de kapel kijkt. De kapel is hier gebouwd om zo de zieken de mis te kunnen laten bijwonen. Wat zeker in die tijd erg belangrijk was, in tegenstelling tot tegenwoordig.
Aan beide kanten van de zaal staan bedden. Het zijn kleine bedden voor de mensen van tegenwoordig, dat was het eerste dat de kinderen hier opviel. Verder spreken de foto’s hier volgens mij voor zich.
Via de kapel lopen we dan de zuilengalerij aan rand van de binnenplaats weer op. De volgende zaal die we bezoeken is de zaal (salle Saint-Hugues) van welgestelde zieke. Een kleinere zaal met net wat meer “luxe” maar met name minder bedden.
Daarna liepen we door naar de keuken en de apotheek om als laatste nog even wat tijd door te brengen op de binnenplaats en daar onder andere de put te bekijken.
Het museum is niet heel groot en dus goed te combineren met een bezoek aan de stad en enkele wijnkelders.
Pommard
Na het Hôtel-Dieu via de de museumwinkel weer te hebben verlaten zochten we een plekje voor een kop thee en wat lekkers. Tegen 1 vertrokken we naar het hotel om de auto op te halen. Met de auto verplaatsten we ons naar het dorpje Pommard om het chateau Pommard te bezoeken. Een rondleiding door het chateau en de kelders met als hoogtepunt natuurlijk een proeverij.
Behalve in Pommard kun je in Beaune zelf ook vele caves bezoeken en ook in de beroemde omliggende dorpjes.
Een uitje voor papa en mama, want de kinderen vonden er niet heel veel aan. Jammer dan voor hen……hoewel A wel ook een witte wijn heeft geproefd. En ja dat mag van ons best.
‘S avonds hebben we natuurlijk Bourgondisch gegeten op een heerlijk terras in het centrum. Een menu van escargots, boeuf bourguinon en kaasjes als dessert. Met natuurlijk een goed glas rode Bourgogne erbij.
Waarom wilden we ook al weer verder rijden? Dit was een perfecte vakantiedag. En als je meer tijd in Beaune wilt doorbrengen dan 1 dag, dan kan dat ook prima. Wij maakten er een bliksembezoek van…
Ben jij wel eens in Beaune geweest?