De nationale voorleesdagen zijn al voorbij, maar dat wil niet zeggen dat je moet stoppen met voorlezen. Dus vandaar dat we vandaag je toch nog even meenemen in onze voorleesrituelen. Die zijn niet alleen voor jongere kinderen, maar ook voor oudere kinderen is voorlezen nog heel gezellig en goed. Wij vonden deze tag bij Maike nemen je aan de hand van haar vragen mee in de wereld van het voorlezen.
1. Hoe vaak lees je voor?
M: Elke dag aan T. En af en toe aan A. Zij luistert ook vaak mee als ik T voorlees voor het slapen gaan. Dat is echt het belangrijkste voorleesmoment hier in huis en onderdeel van het bedritueel. Overdag wisselt het sterk. Soms lezen we heel veel samen en soms dagen niet. Dan zijn we druk met andere dingen.
H: Tegenwoordig nooit meer. Beide kinderen hebben een zodanig niveau van lezen dat het ook niet meer nodig is. Toen ze niet zelf konden lezen, en net begonnen waren met lezen, lazen wij elke dag voor. Voor het slapen gaan was een standaard tijd maar soms werd er ook gelezen overdag, bijvoorbeeld in de bibliotheekboeken.
2. Wat is je favoriete voorleesboek?
M: Ik heb geen favoriet. We lezen veel voor uit de bibliotheekboeken. En dat is dus elke keer anders. Een mooi prentenboek, of een verhaal dat aansluit bij de beleving van de peuter, zoals de boeken van Anna. Of iets van Nijntje, Bobbi of een andere peuterheld.
H: Mij maakt het niet zo veel uit. Ik vond niet te grote verhaaltjes vaak lekkerder. Niet alleen omdat ik niet elke avond zelf las maar ook omdat ik soms het idee had dat ze hun aandacht verloren bij verhalen voor meerdere dagen.
3. Wat is het favoriete voorleesboek van je kind(eren)?
M: T is dol op nijntje, Bobbi en andere peuterhelden. Maar ook hij leest graag de boeken van Anna. A wordt graag voorgelezen uit sprookjesboeken. En we lezen samen in haar biebboeken, zeker als ze die wat lastig vindt.
H: De kinderen vonden “Het Stoutendingen-boek” altijd erg leuk. De meeste verhaaltjes waren op rijm dus dat las ook wel lekker.
4. Waar werd je als kind het liefst uit voorgelezen?
M: Mijn vader las veel voor uit Wipneus en Pim. Daar heb ik echt goede herinneringen aan.
H: Wipneus en Pim. Pa maakte het altijd zo spannend met gekke stemmetjes. En het fijnste was als hij bij mij op bed zat (we deelden de kamer) want dan kon je meekijken en langer naar de plaatjes kijken.
Hoe lees je voor?
M:Ik maak er echt een verhaal van door te letten op mijn intonatie van de zinnen en woorden. Sommige boeken met minder verhaal lenen zich ook om samen in gesprek te gaan over het boek. Of T leest voor, dat vindt hij sinds kort ook leuk. Ik help dan met de bladzijden waar hij het verhaal even niet meer weet. Met A lezen we om de beurt een zin of een bladzijde. Dan blijven we beiden goed bij de les.
H: Ik probeer het wel spannend te maken en te wisselen met tempo. Bij sommige boeken is dat echt wel heel lastig. Daar zouden schrijvers wat mij betreft best beter op kunnen letten.
6. Waar lees je voor?
M:Meestal op de rand van de bedden. Lekker voor het naar bed gaan. En anders op de bank. Lekker samen dicht tegen elkaar aan, of op schoot.
H: Toen ze heel klein waren zaten ze op schoot, later naast mij op de bank (anders kon ik het boek niet meer zien) en nog later op de rand van het bed.
7. Wat is je voorleestip?
M: Bouw een vast leesmoment in. Ik vind het ideaal voor het naar bed gaan. Een rustmoment en toch nog even lekker samen en 1 op 1 aandacht.
H: Kies een boek met korte verhaaltjes. Het leest lekkerder, kind houd de aandacht beter vast en als je meer tijd hebt dan lees je gewoon meerdere verhaaltjes. En als er dan een verhaaltje tussen zit wat een gevoelig onderwerp heeft of emotioneel beladen is dan kan je die overslaan of extra invoegen om er over te praten.
Lees jij ook graag voor?