Rollenspellen zijn een belangrijk deel in de ontwikkeling van peuters en kleuters. Al eerder vertelde ik dat T uren kan spelen met de keuken. Lekker roeren in pannen en potten en natuurlijk kregen we allemaal te eten. En nog steeds is de keuken speelgoed waar hij graag mee speelt. Maar toch verandert zijn spel.
Imiteren
In het begin was het vooral simpel imitatiespel. Roeren in pannen en eten op tafel zetten. Rechtstreeks uit de pan. Tafeldekken of een vork bij de pak serveren, was al een stap te ver. Dit veranderde langzaam. Eerst moet je vragen om een vork of lepel. Later ook om een bord en daarna dekken ze ineens zelf de tafel. Of hij pakt bij een kort bezoek aan kantoor spontaan de telefoon, een pen en papier en gaat aan het werk.
Fantasie
Langzaam aan begon het spel te veranderen. Niet alleen meer: hij speelt het spel na en komt het resultaat laten zien. Hij verzint het spel nu zelf. En hij heeft een levendige fantasie. Er wordt ook meer samen gespeeld. Zijn taalontwikkeling is ook zover dat hij dan eerst even duidelijk vertelt wat de bedoeling is, want het spel moet wel volgens zijn regels gespeeld worden.
Natuurlijk komen de situaties nog steeds uit zijn leefomgeving en wat hij meemaakt. Zo verandert het huis regelmatig in een winkel, de tandarts of een vliegtuig. Dat laatste onder invloed van zijn grote zus, want de laatste keer dat hij in een vliegtuig zat, was hij een half jaar oud, maar dat terzijde.
Ook de keuken wordt verplaatst, want hij bouwt een hut met keuken. Natuurlijk verhuist dan niet alleen de keuken, maar ook alle kussens van de bank, zijn stoeltje, knuffels, koffers en allerlei andere spullen. In mijn ogen eerder een slagveld dan een huis, maar hij is blij. En ik neem dan maar plaats in het vliegtuig, huis of in het ergste geval in de tandartsstoel. En als ik niet meespeel, speelt hij zelf hele verhalen met zijn knuffels.
Hulp om te starten
T heeft soms wat moeite om te beginnen. Dus hoe krijg ik hem dan toch aan het spelen. Het bleek in de praktijk helemaal niet zo ingewikkeld.
1. Speel mee
Als het spel niet op gang komt, kan het helpen om mee te spelen. We gaan dan samen naar de winkel (bak met miniaturen van de AH van een paar jaar geleden) en ik vraag aan T wat we moeten kopen. Hij bedenkt dan de hele boodschappenlijst wel bij elkaar en weet daarna ook hoe het verder moet. Dat mag hij dan weer bepalen natuurlijk.
2. Helpen met praten, maar zonder te corrigeren
T zoekt vaak nog naar woorden. En zijn grammatica is niet altijd correct. Ik verbeter hem nooit, maar herhaal of vraag hem iets, waarbij ik wel het juiste woord, werkwoord of de goede zinsopboiw gebruik. Hij is blij dat ik hem snap, waardeer en niet corrigeer in zijn spel.
3. Aanbieden van materialen of ideeën
Soms zie ik hem door het huis lopen. Zoekend naar? Even vragen wat hij wil? Hij is bezig met zijn huis. Oké, ik geef hem dan vaak een suggestie. Een kussen, dekentje of help hem met het kleed van zijn hut goed te hangen. En hij kan weer verder met zijn spel.
Zie jij het spel van je peuter ook zo veranderen?