
Akelei zaailingen herkennen, verplaatsen en markeren
Akelei is een vaste plant die zich rijkelijk uitzaait in de tuin. Je krijgt er gratis nieuwe planten bij, maar niet altijd op de plekken waar je ze wilt. In dit artikel lees je hoe je jonge akelei herkent, wanneer en hoe je ze het beste kunt verplaatsen, en waarom markeren handig is als je overzicht wilt houden in je tuin.
Akelei: zelfzaaiend en verrassend
Akelei (Aquilegia) staat bekend om haar sierlijke bloemen in het voorjaar en vroege zomer. De plant is kortlevend, maar maakt dat goed door zich makkelijk uit te zaaien. Daardoor kun je elk jaar op nieuwe plekken zaailingen tegenkomen — soms precies goed, soms midden in het pad of te dicht op andere planten.
Hoe ontstaan akelei zaailingen?
Na de bloei vormt akelei lange zaaddozen, die uiteindelijk openspringen en hun zaden verspreiden. Dit gebeurt vaak vanzelf: de wind, regen of zelfs beweging in de tuin zorgt ervoor dat de kleine, zwarte zaadjes op de grond terechtkomen. Daar ontkiemen ze — soms al in het najaar, maar meestal in het voorjaar. Omdat akelei zichzelf kruist, kunnen zaailingen er anders uitzien dan de ouderplant. Dat maakt het extra leuk én verrassend.
Levenscyclus van akelei: komt de oude plant terug?
Akelei is een kortlevende vaste plant, wat betekent dat ze meestal 2 tot 4 jaar leeft. Zo ziet haar levenscyclus eruit:
- Eerste jaar: Het zaad ontkiemt en groeit uit tot een klein, groen plantje. Er is nog geen bloei.
- Tweede jaar: De plant bloeit in mei of juni. Na de bloei vormt ze zaaddozen en begint ze af te sterven. De bladeren worden lelijk, en soms verdwijnt de plant al volledig.
- Derde jaar (soms): Sommige planten halen een derde bloeiseizoen, maar vaak is de kracht dan weg. Daarna verdwijnt de plant definitief.
Belangrijk: De oorspronkelijke akelei komt niet terug uit de wortel zoals bijvoorbeeld vaste geraniums of vrouwenmantel dat doen. Ze verdwijnt, maar laat zaailingen achter. Daardoor lijkt het alsof ze elk jaar vanzelf terugkomt — maar het zijn steeds nieuwe planten op nieuwe plekken.
Zo herken je akelei zaailingen
Jonge akelei zaailingen herken je aan hun typische, handvormige blaadjes met een licht grijsgroene tint. Ze zijn fijner van structuur dan volwassen planten, maar het blad heeft al wel de herkenbare vorm.
- Akelei komt vaak in het voorjaar op, maar je kunt het hele groeiseizoen jonge plantjes ontdekken.
- Verwissel ze niet met onkruid. Twijfel je? Laat het plantje nog even staan tot het iets groter is.
Wanneer kun je akelei zaailingen verplaatsen?
De beste tijd om zaailingen te verplaatsen is in het voorjaar of vroege zomer, als ze nog klein zijn maar al een paar blaadjes hebben. Ook in de nazomer kan het, zolang de grond nog warm is en er voldoende tijd is om te wortelen voor de winter.
Let hierbij op:
- Kies een bewolkte dag of verplaats in de avond.
- Zorg dat de grond vochtig is.
- Geef de zaailing na het verplaatsen ruim water.
Zo verplaats je akelei zaailingen
- Gebruik een klein schepje of plantschep: steek ruim om het plantje heen en neem de hele kluit mee.
- Zorg voor een nieuw plantgat: maak het gat ruim en maak de aarde los. Voeg eventueel wat compost toe.
- Plant op gelijke diepte terug: zet de zaailing op dezelfde diepte als hij eerst stond.
- Druk de aarde licht aan: zo blijft de plant stevig staan en kan hij goed wortelen.
- Water geven: geef royaal water, vooral de eerste week.
Markeer je zaailingen (en waarom dat slim is)
Akelei bloeit pas in het tweede jaar. Daardoor kun je volgend voorjaar zomaar vergeten wat je waar hebt geplant. Markeren helpt om overzicht te houden.
Manieren om te markeren:
- Houten of bamboe plantenlabels.
- Kleine stokjes.
- Gekleurde steentjes of schelpen.
- Zelfgemaakte bordjes of wasknijpers met naam.
Zorg dat de markering goed zichtbaar is en niet vergaat in de winter.
Veelgemaakte fouten
- Te laat verplaatsen: grote planten slaan slechter aan.
- Zaailingen verwarren met onkruid: kijk goed naar de bladvorm.
- Geen markering gebruiken: dan is het volgend jaar gissen waar je wat geplant had.
Samengevat
Akelei is een mooie, maar kortlevende plant die zichzelf royaal uitzaait. Door jonge zaailingen op tijd te herkennen, voorzichtig te verplanten en goed te markeren, houd je grip op de natuurlijke verspreiding — en geniet je elk jaar opnieuw van verrassende bloemen op precies de juiste plek.