Koolmeesje

Vogels in de tuin – soorten, voeding en nestgelegenheid

Vogels brengen leven in je tuin en helpen de natuur in balans te houden. In dit artikel lees je welke tuinvogels je vaak tegenkomt, hoe je ze veilig kunt voeren en welke nestkasten en schuilplekken je kunt ophangen. Zo maak je van jouw tuin een vogelvriendelijke plek, het hele jaar door.

Waarom vogels belangrijk zijn in de tuin

Er is weinig zo gezellig als het gefladder en gezang van vogels in de tuin. Ze brengen leven, kleur en geluid, en maken dat je tuin elk seizoen weer een beetje anders voelt. Maar vogels zijn niet alleen leuk om naar te kijken: ze spelen ook een belangrijke rol in het natuurlijke evenwicht. Ze eten insecten, verspreiden zaden en helpen zo mee aan een gezonde, levendige tuin.


Tegelijk zijn ze kwetsbaar. Katten, verkeer en het verdwijnen van struiken en heggen maken het voor veel tuinvogels lastig om te overleven. Katten zijn dol op tuinen — maar voor vogels zijn ze allesbehalve ongevaarlijk. De buurkat die in jouw tuin rondstruint, jaagt vogels vaak weg nog vóór ze durven eten of nestelen. In dit artikel over kattenpoep in de tuin lees je hoe je katten kunt weren, zodat vogels er weer veilig kunnen landen.

Veelvoorkomende tuinvogels

  • Merel – Herkenbaar aan het zwarte verenkleed van het mannetje en zijn prachtige zang in het voorjaar. Dat herkenbare gefluit is voor velen hét geluid dat de lente aankondigt.
  • Koolmees en pimpelmees – Kleine acrobaten die zich overal tussendoor weten te manoeuvreren, op zoek naar zonnepitten of vetbollen.
  • Roodborstje – Niet schuw, maar nieuwsgierig. Vaak hipst hij rond op korte afstand, alsof hij even komt kijken wat je aan het doen bent.

Afbeelding van Willfried Wende via Pixabay

  • Winterkoning – Een piepkleine vogel met een opvallend rechtopstaand staartje en een stemgeluid dat je tuin moeiteloos vult.
  • Ekster en kauw – Slimme vogels die houden van open plekken, glimmende dingen en een beetje reuring.
  • Grasparkieten – Ontsnapte volièrevogels die zich inmiddels hebben aangepast aan het buitenleven. In sommige wijken overleven en voortplanten ze zich zelfs succesvol, waardoor ze een vaste plek tussen de tuinvogels hebben veroverd.

Vogels voeren: wat en wanneer

Wat je vogels het beste kunt voeren, hangt af van het seizoen.

  • In de winter kunnen ze wel wat hulp gebruiken: vetbollen, pinda’s en zadenmengsels helpen ze door de koude dagen.
  • In de lente en zomer vinden ze veel zelf, maar wat fruit, meelwormen of een beetje broodkruim (met mate) wordt gewaardeerd.

Zet het voer op een rustige, veilige plek waar katten er niet bij kunnen. Verspreid het liefst wat kleine porties door de tuin — dat maakt het minder spannend voor schuwe soorten.

Aanbevolen producten:


Nestkasten en schuilplekken

Een veilige plek om te broeden of te schuilen is minstens zo belangrijk als eten.

  • Hang nestkasten op verschillende hoogtes en richtingen, zodat elke soort zijn voorkeur kan vinden.
  • Laat struiken en heggen wat voller groeien; dat biedt beschutting én voedsel.
  • Gebruik liever geen giftige bestrijdingsmiddelen – die doden niet alleen insecten, maar ook het voedsel van vogels.

Na het broedseizoen kun je de nestkasten schoonmaken, zodat ze klaar zijn voor een nieuw seizoen.

Aanbevolen producten:

Meer doen voor vogels in je tuin

  • Vogelvriendelijke beplanting, zoals bessenstruiken, zonnebloemen en zaaddragende planten.
  • Water – een vogelbad of ondiep schaaltje is ideaal om te drinken of te badderen.
  • Rust – vogels komen niet graag in een tuin waar veel lawaai of beweging is.

Met een beetje aandacht creëer je een tuin waar vogels zich welkom voelen. En als beloning krijg je het hele jaar door leven, geluid en soms zelfs jonge vogeltjes in je eigen tuin.

Reactie plaatsen