Zelfvertrouwen, of een gebrek eraan (Pubers!)

A kan wel janken! Ze gaan vandaag hoofdrekenen. Rekenen is nooit een sterk punt geweest maar momenteel een drama eerste klas. A is in volle overtuiging dat ze het niet kan. Dit ziet ze bevestigd in de klas op allerlei manieren. Kinderen die sneller zijn, lachers als zij een verkeerd antwoord geeft en lage cijfers voor toetsen. Haar zelfvertrouwen is qua rekenen erg laag.

Wat is zelfvertrouwen?

Zelfvertrouwen is iets wat wij allemaal bezitten in meerdere of mindere mate. Iets waarvan we altijd denken dat een ander er veel meer van heeft en niet begrijpen als een ander minder over zichzelf denkt.

Zelfvertrouwen is ook iets waar wij niet zonder kunnen. Je hebt vertrouwen in jezelf en eigen kunnen nodig om op dingen af te stappen, nieuwe dingen te kunnen leren. Iets wat op verschillende punten groter of kleiner kan zijn.

Even een voorbeeldje. Stel ik heb helemaal geen vertrouwen in mijn eigen knutselvaardigheden maar ik moet voor een schoolopdracht iets knutselen. Deze opdracht lijkt voor mij dan onmogelijk. Want ik ben er van overtuigd dat ik een opdracht met knutselen nooit tot een goed einde kan brengen. Ik mis dus zelfvertrouwen op het gebied van knutselen.

Hieruit blijkt meteen dat je zelfvertrouwen niet overal gelijk hoeft te zijn. Ik kan bijvoorbeeld wel heel goed rekenen en blaak van het zelfvertrouwen op dat gebied terwijl op knutselgebied mijn zelfvertrouwen dus nul is.

Pubervertrouwen

Lekker hoor. Je lijf laat je in de steek, je hersenen zijn door de gehaktmolen gehaald en je omgeving verwacht wel dat je dingen doet en blijft doen met het vertrouwen dat je voorheen had!
Dingen die je normaal gewoon deed lijken ineens groter. Je twijfelt over elke stap. Ziet duizend dingen die mis kunnen gaan en het liefst zou je het hele gebeuren vermijden.


In dit stadium zit A nu. Vermijden en als dat niet kan dan eh tja. Paniek, stress en in het ergste geval blackout.

Reken valkuilen

Tja dat rekenen daar kan ze voorlopig niet onderuit en wij denken ook dat ze het best wel kan. Oke ze heeft wat meer sommen nodig om het goed te begrijpen. Misschien een andere aanpak dan het boekje aanrijkt maar vooral meer vertrouwen in haar kunnen. Doordat ze met rekenen niet de snelste is ziet ze haar falen bevestigd en is ze nu op een punt waar ze besloten heeft het op te geven. Ik kan het niet, ik snap het niet en ik ga het toch niet leren!

Oeps, maar dat kan natuurlijk niet. Ook op de middelbare school hebben we dat stomme rekenen echt nog nodig! Gelukkig heeft ze een hele lieve juf die ook denkt dat ze het best kan. We krijgen nu sommetje mee naar huis en samen werken wij die door. We gaan helemaal terug naar de basis. Stap voor stapje elke som bespreken, dan pas rekenen. En wat blijkt ze kan het best. Misschien niet zo snel als een ander maar uiteindelijk is het antwoord goed. Daar gaat het toch om?

5 manieren om je zelfvertrouwen te vergroten

Het is niet makkelijk om zelfvertrouwen te vergroten. De enige manier is om een reeks positieve ervaringen op te doen, in dit geval op het gebied van rekenen. Het kost dus ook tijd!

Iemand die je aan de hand een tijdje kan meenemen helpt de kans op positieve ervaringen vergroten. Bovendien is samen minder eng dan alleen.

Praten, lekker cliché, helpt ook. Sommige dingen kunnen in het hoofd enorme bergen worden en een gesprek met iemand kan dan helpen om alles weer in juiste verhoudingen te zien.

Zorg voor een vaste structuur. Dat geeft houvast en maakt de “reken”opdracht overzichtelijker. Bloknote rechts, sommen links. Cijfers netjes onder elkaar ipv schots en scheef. Overzicht, steeds dezelfde manier, geen sluipwegen proberen maar consequent op dezelfde wijze hetzelfde probleem aanpakken.

Vier je succesjes. Een geslaagde toets kan een reden zijn tot een vreugdedansje en een compliment. De niet geslaagde toetsen negeren we even.

Werkt het?

Wij zijn nu pas twee weken bezig met het terug krijgen van A haar zelfvertrouwen op gebied van rekenen. Toch zie ik al verbetering. Ze lijkt meer rust te hebben. Rust om de som op te pakken maar ook meer rust in de uitwerking. Ze lijkt geaccepteerd te hebben dat ik niet “snel” verwacht maar rustig en doordacht.
Het tijd hebben voor elke som helpt ook met het snappen van de sommen. Ze gokt minder naar de uitkomst en neemt meer de tijd voor een werkelijke berekening. Gelukkig snap ik haar want ondanks mijn eerdere voorbeeld ben ik ook niet goed in rekenen. Ik leer haar de foefjes en manieren die ik van mijn moeder, en zij van mijn oma, leerde.

Mochten jullie nog tips hebben dan horen wij, A en ik, het graag!